Naast vreugde en geluk maken we in ons leven ook verlies, verdriet en rouw mee. Maar niet elk verlies is verdrietig. En soms voel je wel verdriet, maar ervaar je geen rouw. Hoe zit dat precies?
Er zijn verschillende vormen van verlies. Je kunt bijvoorbeeld je gezondheid verliezen, je verwachtingen voor de toekomst, je baan of je relatie. Hier hebben we het vooral over een (aanstaand) verlies door het overlijden van iemand die je dierbaar is.
Dat kan intens verdrietig zijn. Iemand verdwijnt zomaar helemaal uit je leven en is voortaan alleen nog in jouw gedachten bij je. Hoe je verdriet ervaart verschilt per persoon. Als je over het verdriet van anderen hoort of leest dan kun je je al snel afvragen: Is mijn verdriet wel normaal? Hoe lang duurt het? Waarom wordt het bij mij niet minder?’ Er is geen maatstaf. Er is geen erger of minder erg dan. En er staat ook niemand met een stopwatch naast je.
Rouw is een emotionele reactie op een verlies. Als je rouwt, probeer je je aan te passen aan een leven zonder degene die is overleden. Daar kun je ook vragen over hebben. Wie ben ik nu, en hoe richt ik mijn leven opnieuw in zonder de ander? Hoe vind ik weer dingen die het leven leuk en zinvol maken? En net als bij verdriet rouwen we allemaal anders. Daarom kun je het ook nooit fout doen. Psychotherapeut Julia Samuel omschrijft het heel mooi in haar boek Grief Works:
“Rouw is een intens, persoonlijk, tegenstrijdig, chaotisch en onvoorspelbaar innerlijk proces. Om te rouwen moeten we een manier vinden om de pijn van het verlies te verdragen, om er niet tegen te vechten of het te blokkeren. En daar hebben we steun bij nodig.”