“Verlangen naar verbinding”
Waarom?
‘Waarom ben je eigenlijk directeur van die vereniging?’ vroeg een van mijn collega-sporters tijdens het wekelijkse koffiemoment op de sportschool. Zijn vraag was oprecht. Met de uitgelaten sfeer van de gezellige groepsles nog in mijn hoofd moest ik even schakelen. Voor ik goed en wel antwoord kon geven kwam zijn vervolgvraag al: ‘Heb jij in je leven veel mensen verloren?’
Voor Viktor Frankl, een Joodse psychiater wiens werk ik bewonder, is de dood een onderdeel van de ‘tragische tragiek’ van het leven. Niemand ontkomt in het leven aan verlies, aan verdriet, en ook niet aan rouw. Ondanks dat de dood in onze samenleving een gemarginaliseerd bestaan leidt, is het iets wat iedereen verbindt: vroeg of laat maken we mee dat we er iemand aan verliezen. En uiteindelijk staan we allemaal zelf voor het onvermijdelijke levenseinde.
Ik beantwoordde eerst zijn tweede vraag, want zo kon ik nog even zoeken naar de juiste woorden voor mijn waarom. Hij zag mij aarzelen. ‘Je klinkt zo bevlogen over je werk,’ voegde hij er voor de duidelijkheid aan toe. Door het woord ‘bevlogen’ wist ik opeens het antwoord. Mijn werk bij de Vereniging leven met dood heeft alles te maken met mijn verlangen naar:
- Een diepe verbinding met wat er wezenlijk toe doet in het leven.
- De helende samenwerking met collega’s.
- Er oprecht kunnen zijn voor mensen die verdriet hebben.
- Van dienst kunnen zijn voor onze vrijwilligers.
- Een warme, verbonden samenleving waarin we omkijken naar elkaar op de momenten dat we het nodig hebben.
Oerverlangen
Kortom: mijn verlangen naar verbinding. Dat oerverlangen zit ons allemaal. De zin van ons bestaan (ook de titel van het indrukwekkende boek van Viktor Frankl) ligt in de verbinding. ‘Daarom de vereniging, dus.’ Ik glimlach naar mijn collega-sporter. Hij glimlacht terug. Een onverwachts antwoord dat hem spiegelt in waarom hij bezig is met het omscholen naar ander werk.