Als je dreigt om te vallen, is het van levensbelang dat er iemand voor je is die je met zijn levenservaring tegemoet komt
Als ik nadenk over rouw en hoe daarmee om te gaan, vrees ik dat daar heel wat levenswijsheid voor nodig is, levenservaring. Maar staat die levenswijsheid paraat bij een plotselinge confrontatie? Misschien niet, want schrik kan je bevangen. Je voelt verdriet, tranen springen in je ogen. Of je voelt helemaal niets, je bent lamgeslagen.
Minstens zo heftig kan de beklemming voelen als iemand van wie je houdt terminaal ziek blijkt te zijn. Hoe ga je om met, zoals dat genoemd wordt, ‘rouw bij leven’? En als je nog jong bent, heb je misschien nog niet zo veel levenswijsheid. Rouwen kan een hele opgave zijn. Wat ga je doen, hoe moet dat? Kan je bij iemand terecht die wat meer levenswijsheid bezit? Of die ervaring zelf al heeft gehad?
‘Rouw bij leven’
In de film The Farewell (2019) bezoekt kleindochter Billi haar oma die terminaal ziek is. Haar familie blijkt te hebben besloten dit voor de matriarch te verzwijgen. Dat zou haar alleen maar angstig maken voor de dood, en haar leven en ziekte negatief beïnvloeden. Billi echter wil juist wel met haar oma erover praten. Grootmoeder moet toch afscheid kunnen nemen? De familie is onverzettelijk en zet zelfs een nephuwelijk in elkaar om onder dit voorwendsel dicht bij hun dierbare familielid te kunnen zijn.The Farewell volgt Billi’s eenzame weg van onmacht, verdriet en ‘rouw bij leven’, te midden van haar ‘vrolijke’ familie en de levenslust van de grootmoeder die van niks weet.
Deze film neemt je mee in de moeilijke opgave of en hoe je aan een dierbare vertelt dat hij of zij nog maar kort te leven heeft, maar eveneens wat dat met jezelf doet.
Vijf fasen
In de jaren zeventig van de vorige eeuw hadden artsen en andere hulpverleners ook de overtuiging dat men beter diende te zwijgen over de nabije dood. Tegen de stroom in echter sprak de Zwitsers-Amerikaanse psychiater-thanatologe Elizabeth Kubler-Ross met terminale patiënten over wat hen bezighield: hun toekomstige dood. Later werd zij geprezen als pionier op het gebied van rouwverwerking.
Haar boek Lessen voor Levenden (1972) was begin zeventiger jaren aanbevolen literatuur voor leerling-verpleegkundigen in verschillende Nederlandse ziekenhuizen. Daarin werden de ‘vijf fasen van rouwverwerking beschreven: houdingen die mensen aannemen wanneer ze met de dood geconfronteerd worden’. Hoe je kan leren omgaan met ontkenning, woede, hoop op herstel, depressie en aanvaarding. Niet per se in die volgorde.
Veel nieuwe onderzoeken en studies volgden. De aandacht voor omgaan met rouw is groeiende. In boeken, tijdschriften en op het wereldwijde web is veel te vinden over verlies door de dood, alsook over andere verliessituaties*.
Rouwen is moeilijk
Informatie over omgaan met rouw is genoeg te vinden. Maar kennis is niet alles. ‘We kunnen veelwetend zijn door andermans kennis, maar we kunnen niet wijs zijn door andermans wijsheid’, zei de Franse filosoof Michel de Montaigne in de zestiende eeuw. Door ervaringen kunnen mensen zelf wel wijzer worden en kennis praktisch toepassen in het omgaan met leven en dood. Rouwen is echter niet gemakkelijk. Begrijpelijk dat erover praten vaak wordt vermeden. Uit de resultaten van het Nationale Rouwonderzoek van de Vereniging leven met dood blijkt dat nabestaanden bovendien ‘vaak nergens terechtkunnen met hun verdriet, verhalen en herinneringen’. Terwijl zij ‘juist hun verhaal willen vertellen en herinneringen willen ophalen aan de overledene. Omdat we nooit geleerd hebben om te rouwen, weten veel nabestaanden ook niet of ze het wel goed doen’.
‘In de aanwezigheid van de ander’
Rouwen, op welke manier dan ook, hoef je niet alleen te doen, sterker nog, doe het vooral met een ander. De Belgische psychiater Dirk de Wachter, zelf geconfronteerd met een levensbedreigende ziekte – dus ook zelf geconfronteerd met ‘rouw bij leven’ – zegt in zijn boek Vertroostingen (2022):’Wat ik zelf heb meegemaakt, doet me nadenken over de vraag: als een mens in de miserie zit, wat helpt dan? Wat doen we wanneer het noodlot ons treft? Waar vinden we troost? Het antwoord kun je in enkele woorden samenvatten: in de aanwezigheid van de ander. Dat is de basis.’
De arts ‘donderde niet in de afgrond’, zoals hij zelf zegt, maar weet zich gedragen door bezorgde naasten: ‘een diepmenselijke ervaring, waarin de mensheid zich toont in haar meest verheven kant’. Mensen doen levenservaring op in onderling contact. De Wachter weet zich midden ‘in de miserie’ gedragen door die diepmenselijke ervaring. De kracht van levenswijsheid.
Levenservaring is wezenlijk
Levenswijsheid kan helpen dat de ander – of jijzelf – niet ‘in de afgrond’ dondert. De aanwezigheid van de ander, zoals De Wachter diep heeft gevoeld, kan helpend zijn. Het feit dat de ander er is, naast je staat, ook in stilte, is al waardevol.
Als je dreigt om te vallen, is het van levensbelang dat er echt iemand voor je is. Dat die ander met zijn levenservaring je tegemoet komt. Naar je luistert. Of de weg kan wijzen naar mensen die je bij kunnen staan met je verdriet, verhalen en herinneringen. Opdat je uiteindelijk ook wordt gedragen door een diepmenselijke ervaring.
Noot van de redactie
De onderzoeken die volgden na Kübler-Ross hebben in de afgelopen 50 jaar geleid tot nieuwere visies op rouw. Een van de meest gebruikte rouwmodellen is het takenmodel van William Worden, dat uitgaat van rouwarbeid. Dit bestaat uit 4 taken: erkennen, herkennen, verkennen en verbinden, waarvan de volgorde niet vastligt. Ze kunnen ook gelijktijdig plaatsvinden, weer terugkeren of gedeeltelijk worden ‘uitgevoerd’.Een ander rouwmodel is het duale procesmodel van Margaret Stroebe en Henk Schut. Zij spreekt over de 2 aandachtsgebieden ‘verlies’ en ‘herstel’, waarbij rouwenden heen en weer geslingerd kunnen worden tussen die twee. Met zijn integratief model zegt Johan Maes dat verlies bij het leven hoort en bepalend is voor onze identiteit, omdat rouwen een uniek en persoonlijk proces is.
De verliescirkel van Riet Fiddelaers-Jaspers beeldt rouw uit als een cyclus. Hoe je deze cyclus doorloopt is afhankelijk van de basisvoorwaarde of je als kind veilig gehecht of onveilig gehecht was. Voor een veilig gehecht persoon bestaat de verliescirkel uit de volgende stappen: welkom voelen, kunnen hechten, intimiteit ervaren, afscheid nemen, rouwen en betekenis geven. Voor iemand met een onveilige hechting zie je de stappen in de cirkel verschuiven naar: terugtrekken, onthechten, intimiteit vermijden, vastklampen, gestolde rouw en zinloosheid ervaren. Bezien vanuit de verliescirkel is het niet ongewoon om heen en weer te gaan tussen het gevoel een stap vooruit te hebben gezet en het volgende moment weer twee stappen terug te hebben gedaan.
De Vereniging leven met dood is van mening dat rouw moeilijk in een model te vangen is. Het is behulpzaam voor bijvoorbeeld zorgverleners en wetenschappers om rouw in een model te vangen om het proces inzichtelijk en begrijpelijk te maken. Maar in de dagelijkse praktijk is rouw zó individueel, dat het rouwproces van een persoon in de meeste gevallen anders verloopt dan volgens een model.