Op jonge leeftijd je vader of moeder verliezen: het einde van je veilige wereld
Veel kleine kinderen die de dood van hun vader of moeder moeten meemaken, beschikken nog niet over de taal die nodig is om de dood van een ouder te begrijpen. Je kunt ze nog nauwelijks uitleggen wat er gebeurd is. Het is vaak een overweldigende en plotselinge gebeurtenis die het gevoel van een veilig leven volkomen onderuithaalt. In dit artikel beschrijft coach Marja Postema wat het verlies van een ouder voor opgroeiende kinderen en de achtergebleven ouder kan betekenen.
Wat is de impact van het verlies van een ouder?
De dood als ongewenste indringer in het gezin
Voor de partner van degene die is overleden komt de dood altijd als een ongewenste indringer. Maar voor een kind die zijn of haar ouder verliest, worden de fundamentele ideeën over de wereld – dat het veilig, begrijpelijk en beschermd is – volkomen vernietigd. Het moet een weg zien te vinden in een compleet veranderde wereld. Het verlies van een ouder laat een gat en een enorme innerlijke leegte achter. Het onverwachte is schokkend en angstaanjagend. “Het ene moment waren we gewoon een gelukkig gezin en het volgende moment…”. Je kunt je niet veilig voelen in een wereld die zo snel en zo ingrijpend verandert. Een zo’n allesverwoestende gebeurtenis is genoeg om de fundamentele ideeën van het kind over het leven te veranderen.
Veel opgroeiende kinderen ervaren een innerlijke leegte die nooit meer kan worden gevuld. Het gebrek aan vaste grond en het gevoel van ontworteling komt vaak voor bij mensen die jong een ouder hebben verloren. Er ontbreekt iets fundamenteels voor de rest van hun leven. Het verlies van een ouder staat gelijk aan het verlies van de basis waarop de persoonlijkheid en identiteit van een opgroeiend kind wordt gebouwd.
Hele kleine kinderen die het verlies niet bewust hebben meegemaakt, ervaren de afwezigheid van een ouder wel, maar snappen pas als ze wat ouder zijn wat dit betekent. Ze voelen zich anders dan andere kinderen die wel een vader en moeder hebben. Er mist een beeld van een vader of moeder en de rol die daarbij hoort. Een kind gelooft dat zijn ouders onoverwinnelijk zijn; de koning en koningin die machtig en wijs het gezin beschermen en de kinderen voorbereiden op de wereld daarbuiten. Als je vader of moeder van wie je houdt plotseling uit je leven kan verdwijnen, hoe veilig ben je dan nog? Wat voor rampen kunnen er dan nog meer gebeuren?
Niet alleen een overlijden, maar ook de verzwakking van een ouder door een chronische of palliatieve ziekte, tast de opvattingen van het kind over de onoverwinnelijkheid van ouders aan. Voor sommige kinderen betekent die verzwakking dat de normale rollen binnen het gezin worden omgekeerd: ze moeten nu voor de ouder gaan zorgen en zich inhouden om niet tot last te zijn.
Nog anders is het wanneer een ouder suïcide pleegt. Een kind wordt dan geconfronteerd met het feit dat de ouder de dood zelf heeft gewild. Het kan denken dat het bewust (en egoïstisch?) alleen achter is gelaten. En dat de reden waarom de vader of moeder het in de steek heeft gelaten misschien wel is omdat het kind niet goed genoeg was.
Ontkenning van de (naderende) dood
Volwassenen proberen kinderen meestal niet onnodig te belasten. Het komt dan ook vaak genoeg voor dat zij de ziekte of (naderende) dood van een vader of moeder lange tijd verzachten of ontkennen. Die ontkenning kan zelfs zover gaan, dat een kind na de dood van een ouder te horen krijgt dat papa of mama op een lange reis is gegaan. Met als gevolg dat het kind het idee heeft dat zijn of haar gevoelens van angst, verdriet en boosheid niet worden geaccepteerd, terwijl de pijn van het verlies hartverscheurend is. Het kan ook vol zitten met woede. Het voelt voor het kind dat het in de steek gelaten is door de vader of moeder die het vertrouwde en waarvan het zo afhankelijk was.
Kinderen nemen hoe de rest van het gezin omgaat met een verlies vaak als voorbeeld. Ze zoeken in de reactie van de personen die het dichtst bij hen staan hoe ze zelf met het verlies en met emoties moeten en mogen omgaan. Sommige gezinsleden rouwen openlijk, anderen rouwen in stilte of lijken helemaal niet te rouwen. Veel achtergebleven ouders proberen hun verdriet te verbergen en sterk te zijn voor hun kinderen. Zo kunnen gevoelens van schaamte een rol gaan spelen wanneer in het gezin alle emoties worden onderdrukt of zelfs veroordeeld. Als je als kind deze emoties wel hebt, dan zou je je dus eigenlijk moeten schamen of je schuldig voelen. Schuldgevoelens kunnen ook een rol spelen als kinderen het gevoel hebben op de een of andere manier tekort geschoten te zijn. Ze voelen zich daardoor soms lange tijd verantwoordelijk voor de dood van de ouder.
De impact op de achtergebleven ouder
In de ogen van een kind kan de ouder die achterblijft een verandering ondergaan die net zo dramatisch kan zijn als de dood zelf. Vader of moeder is plotseling de enige ouder geworden die het volle gewicht van de verantwoordelijkheid voor het gezin moet dragen. Doordat het kind afhankelijk wordt van die ouder, heeft het de neiging om deze op een voetstuk te plaatsen. En dat terwijl de achtergebleven ouder ook zelf worstelt met een groot verlies; niet alleen van de partner, maar ook van een verloren toekomst.
Sommige achtergebleven ouders kunnen het ouderschap daardoor nog moeilijk dragen. Ze storten geestelijk en lichamelijk in. Met depressie, verslaving, hulpeloosheid, passiviteit of zelfs levensmoeheid tot gevolg. Kinderen die door een achtergebleven ouder in hun fysieke en emotionele behoeften verwaarloosd worden, kunnen in totale verwarring raken. Er ontstaat vaak een nieuwe familieorde waarin het kind geen kind meer is, maar zich gaat gedragen als een vriend of partner van de achtergebleven ouder. Zo vervangt het als het ware de overleden moeder of vader.
Deze nieuwe rol kan in het begin een stimulerend effect hebben. Het kind kan een rol van betekenis spelen voor de achtergebleven ouder. Maar uiteindelijk loopt het vaak uit op een teleurstelling, omdat het nog niet over de emotionele en mentale vaardigheden beschikt om als volwassene te functioneren. Wanneer een kind dat ouder is dan 10 jaar achterblijft met een ouder van het andere geslacht, is er zelfs een grote kans dat er een soort schijnhuwelijk ontstaat. Het kind heeft dan het gevoel dat het de achtergebleven ouder gelukkig moet maken.
Het komt ook voor dat achtergebleven ouders de boosheid over het onrecht wat hen is aangedaan, afreageren op hun kind. Ze onthouden het kind dan niet alleen de liefde die het nodig heeft, maar maken het ook bang. Zo wordt het bijna onmogelijk voor het kind om zich veilig en gewaardeerd te voelen en om op te groeien met een goed gevoel over zichzelf. En sommige ouders worden zo overdonderd door het verlies en de verantwoordelijkheid, dat ze de kinderen bij familie of vrienden onderbrengen en zelf verdwijnen.
Als een ouder niet meer functioneert als veilige haven, wordt een kind angstig en onzeker. De beelden die het van de wereld heeft worden hierdoor opnieuw ondergraven. Het moet zich nu aanpassen aan het wegvallen van een tweede veilige en vertrouwde ouder, ook al is deze ouder nog gewoon aanwezig in het leven van een kind.
Veel kinderen ervaren die emotionele verwaarlozing pas wanneer de achterblijvende ouder een nieuwe partner krijgt. Hierdoor lijkt het voor hen alsof de ouder aan een nieuw leven en een nieuw gezin begint, en zij er minder toe doen of zelfs aan hun lot worden overgelaten.
Er zijn ook ouders die, ondanks het verlies, in staat zijn om adequaat te reageren en liefdevol voor hun kinderen te blijven zorgen, eventueel met hulp. Deze ouders leggen de onmacht om met hun eigen verdriet om te gaan niet bij de kinderen neer. Ze blijven in de eerste plaats ouder. Hoe belangrijk het verlies ook is, even belangrijk is de rol van ouder, omdat het kind van hem of haar afhankelijk is.
Hoe kan een kind omgaan met de dood van een ouder?
Verhalen verzinnen om het verlies te bevatten
Door de vroegtijdige dood van een vader of moeder mist een kind tastbare ervaringen met die ouder. Als dit gebeurt wanneer het kind nog heel jong is, heeft het misschien maar een paar of helemaal geen herinneringen aan vader of moeder.
De verhalen die een kind verzint, kunnen de basis vormen van het persoonlijke wereldbeeld of levensfilosofie als volwassene:
- Het kind vormt een specifiek beeld van de wereld, bijvoorbeeld dat die wereld niet veilig is.
- Het creëert een ideaalbeeld van de overleden ouder.
- Het creëert een beeld van zichzelf zoals het had kunnen zijn als vader of moeder niet was overleden.
- Het creëert een beeld van de relatie met de overleden ouder zoals het had kunnen zijn.
Zo kan een kind een hele eigen wereld verzinnen. Soms zijn de verhalen gebaseerd op werkelijke herinneringen, soms zijn ze pure fantasie en zeggen ze vooral iets over het verlangen van een eenzaam kind naar een volmaakte ouder. Het kind idealiseert niet alleen het beeld van de verloren ouder, maar fixeert het ook in de tijd.
Het volwassen geworden kind kan later ook fantaseren over wie ze hadden kunnen zijn als de ouder nog geleefd had. Bijvoorbeeld over dat ze de beste versie van zichzelf hadden kunnen worden. Iemand die het helemaal gemaakt had, als de vader of moeder er nog geweest zou zijn om hem of haar te steunen. Deze ideeën over de eigen identiteit zijn net zo verzonnen als het beeld van de ideale ouder. Soms voedt de rest van de familie deze fantasie ook, meestal omdat ze hopen dat het kan helpen bij de verwerking van het verlies.
Ontwikkeling van identiteit en veilige grenzen
Ouders zijn enerzijds begeleiders in een ontwikkelingsweg en een voorbeeld voor het kind. Anderzijds vormen ze ook veilige grenzen en fungeren ze als een vangnet, zodat hun experimenterende kinderen niet te hard zullen vallen of te ver zullen gaan. Door het gebrek aan een voorbeeld en steun gaan kinderen soms zelf iemand bedenken. Zonder voorbeeldouder – en zeker die van hetzelfde geslacht – richt een kind zich vaak op een fantasievoorbeeld: andere voorbeeldfiguren zoals leerkrachten of familieleden, of op helden uit boeken en films.
Voor sommige kinderen leidt de vrijheid om vrijwel zonder beperkingen een identiteit te ontwikkelen tot een gevoel van blijdschap. Het idee dat je zelf kunt kiezen en aan niemand verantwoording moet afleggen is een spannend gevoel. Maar vrijheid zonder leidraad kan ook beangstigend zijn en juist aanleiding geven tot passiviteit. Sommige kinderen beginnen met een zucht van berusting aan de ontwikkeling van hun identiteit. Ze moeten wel, maar veel zin hebben ze er niet in. Ze missen de innerlijke kracht, een levend voorbeeld en de steun om zich te ontwikkelen.
Om de weggevallen veiligheid van de ouder te compenseren, kunnen kinderen ook een nieuwe veiligheid creëren door op een bepaalde manier naar zichzelf en de toekomst te kijken. Ze denken dan bijvoorbeeld:
- Ik plan niets in de toekomst, want je kunt overvallen worden door een ramp.
- Ik zorg dat ik niet al te gelukkig ben, want dan tart je het lot.
- De bliksem slaat niet twee keer op dezelfde plaats in.
- Ik zorg dat ik sterk en onaantastbaar word.
- Ik zal nooit meer van iemand houden.
Andere gevolgen van het vroege overlijden van een ouder
Wanneer een kind de overleden ouder niet goed heeft kunnen loslaten, komt het voor dat het zichzelf niet toestaat om volledig van het leven te genieten. Dat voelt alsof het verraad pleegt ten opzichte van de verloren ouder. Door de draad van het leven weer volledig op te pakken laat het onvermijdelijk het verleden achter zich, en dat kan pijn doen.
Ook kan het kind, doordat het zich veel meer bewust is van de eigen sterfelijkheid, bepaalde specifieke keuzes maken in het leven. Bijvoorbeeld om het leven juist wel ten volle te leven, omdat je immers nooit weet wanneer het doek gaat vallen.
De leeftijd waarop vader of moeder stierf, is voor veel kinderen vaak een mijlpaal waarvan velen vrezen dat ook zij op die leeftijd zullen sterven. Als dat niet het geval is, kunnen ze zich verward voelen en even niet meer weten wat ze met hun verdere leven moeten. Ze kunnen zich ook juist bevrijd voelen, alsof ze in de extra tijd leven die hen gegund wordt en waar ze het beste van kunnen gaan maken.
Invloed op het aangaan van relaties
Een kind verandert onherroepelijk door de vroege confrontatie met dood en sterfelijkheid. De vreugde van het liefhebben raakt voorgoed verbonden met de pijn van het verlies. Het kind leert dat liefhebben gelijk staat aan het risico lopen om degene die het liefheeft te verliezen. Vaak zonder dat daar aanwijzingen voor zijn. De meesten van ons leren dat er pas een einde kan komen aan de tastbare liefde van en voor onze ouders als we volwassen zijn. Daar hoef je je nog lang niet mee bezig te houden. Maar als een kind het besef van de dood al zo jong ervaart, moet het later een manier vinden om relaties op te bouwen tegen de achtergrond van deze vroege verlieservaring. Met andere woorden: het kind moet een manier zien te vinden om om te gaan met het spanningsveld tussen liefde en verlies.
Het kind kan een strategie ontwikkelen om de angst voor nog een verlies – en om daardoor weer gekwetst te worden – zoveel mogelijk te voorkomen. Veelgebruikte strategieën zijn:
- Relaties kort maar intens houden.
- Overbezorgd zijn naar geliefden, tot irritatie aan toe.
- Steeds de eerste zijn die een eind maakt aan een relatie, zodat je de pijn van het verlaten worden niet hoeft te verduren.
- Emoties onderdrukken en vergrendelen zodat je niet geraakt kunt worden.
- Jezelf nooit helemaal verbinden. Niemand dichtbij laten om te voorkomen dat je innerlijk aangeraakt wordt.
- De behoefte aan emotionele intimiteit ontkennen naar jezelf en anderen.
- Onafhankelijkheid ontwikkelen waarmee je anderen op afstand houdt: ‘Ik kan het zelf wel’.
- Een muur optrekken met behulp van humor en/of onverschilligheid.
Kinderen die in staat zijn om te accepteren dat liefde en verlies met elkaar verbonden zijn, zijn ook in staat om hun relaties niet door dat besef te laten beïnvloeden. Ze zijn ervan overtuigd geraakt dat ze de innerlijke kracht hebben om met dood en verlies om te gaan, mocht het opnieuw gebeuren. Door hun verlangen naar liefde weigeren ze zich te laten intimideren door een mogelijk verlies. Ze willen geloven in de kracht van een relatie. Dit verlangen is in hen gegroeid doordat na de dood van een ouder de affectie waar zij zo’n behoefte aan hadden ontbrak. Ze blijven hopen en uitkijken naar liefde. Vaak gaan zij op zoek naar een verwante ziel, naar iemand die hun pijn kan begrijpen en die met het gekwetste kind kan meevoelen dat diep in hen leeft.
Zelf vader of moeder worden
Op het moment dat je zelf vader of moeder wordt, hoor je vaak nog de stem van je ouders die je vertellen hoe je het in de opvoeding moet aanpakken. Als een vanzelfsprekendheid zul je hun manier van opvoeden overnemen, tenzij je je hier bewust tegen verzet. Maar als je je vader of moeder nauwelijks hebt gekend, is er een leegte. Misschien heb je het gevoel dat je met lege handen aan het ouderschap begint. Dit geldt vooral wanneer je de ouder van je eigen sekse bent verloren: als man mis je een vadervoorbeeld en als vrouw een moedervoorbeeld.
Opgroeien zonder steun en begeleiding van twee ouders betekent vaak dat je als kind al jong geleerd hebt zelfstandig te overleven. Daardoor kun je, wanneer je zelf vader of moeder wordt, eerder geneigd zijn je eigen kind voor te bereiden op mogelijk naderend onheil. Je wil het extra stimuleren om, net als jij, ook te streven naar (emotionele) onafhankelijkheid.
Maar je kunt ook het gevoel hebben dat je rol als ouder wordt ondermijnd door de herinnering aan jezelf als kind. Alsof de tijd vanaf het moment van overlijden heeft stilgestaan en je jezelf nog steeds ziet als het kleine kind dat verlaten is. Daardoor kan het moeilijk zijn om jezelf als een ouderfiguur te zien. Je kunt je dan afvragen of je wel in staat bent om te geven wat je zelf nooit hebt mogen ontvangen.
Wanneer je kinderen pubers worden, kan het heel confronterend zijn wanneer ze tegen je gaan rebelleren. Dat komt omdat je dit destijds waarschijnlijk zelf nooit hebt gedaan, om de achtergebleven ouder te ontlasten. En wanneer je kinderen de leeftijd bereiken waarop je zelf een van je ouders hebt verloren, kun je de neiging hebben om je eigen gevoelens die je toen had op hen te projecteren. Dit kan resulteren in overmatige beschermdrang of in het overladen van je kind met gevoelens van tederheid. Je wil je kind geven wat je destijds zelf niet hebt gehad. In dat geval ga je voorbij aan de eigen identiteit en behoeftes van je kind.
Het is ook mogelijk dat het zelf vader of moeder worden juist helend en vreugdevol is, omdat je het gevoel hebt dat jouw eigen ouder-zoon- of ouder-dochterrelatie met terugwerkende kracht wordt hersteld.
Uitgestelde rouw
Een kind kan na een heftig verlies zichzelf proberen te beschermen door verschillende copingmechanismes. Het kan zijn of haar emoties verdringen en verharden. Het kan zichzelf isoleren, emotioneel onbeschikbaar worden of angst- en depressieaanvallen krijgen. Het zijn pogingen van het kind om de ervaring van het verlies en de diepe gevoelens van leegte, eenzaamheid en onzekerheid de baas te worden. Dit kan uiteindelijk resulteren in uitgestelde rouw. Wanneer het kind zichzelf niet toestaat om met het verlies aan de slag te gaan en daarbij hinder ondervindt in het dagelijkse leven, kan het complexe rouw ervaren.
Uitgestelde rouw komt vaak aan het licht als gevolg van een andere heftige levensgebeurtenis, zoals een huwelijk, het verlies van een huisdier, van gezondheid of door een sterfgeval. Het oude verlies wordt aangeraakt en komt mee naar buiten. Als een van de ouders jong sterft, zijn de ervaring van verlies en de vorming van de persoonlijkheid voor altijd met elkaar verweven.
Rouw, pijn en verdriet lost zich door de tijd niet vanzelf op. Je komt het op gezette tijden steeds weer tegen en je moet er bewust mee aan de slag. Om zorg te dragen voor je eigen levensweg is begrip, inzicht, moed en vastberadenheid nodig. Dit geldt voor iedereen, maar zeker voor kinderen die vroeg een ouder zijn verloren.
Ik ben nu 84 jaar, mijn moeder is overleden, zeer plotseling, op 2 september 1946. Op 4 september vertelde mijn vader aan mijn broer en mij dat ons moeder dood was. Wij begonnen te huilen, niet huilen, niet huilen zei onze vader, jullie krijgen een nieuwe moeder. Ik vroeg “Wie is dat dan?’ zijn antwoordt was “tante Elly’ . Tante Elly was een vrouw die naast ons had gewoond, maar die met ruzie vertrokken was van haar man. Gelukkig dacht ik, dat is tenminste leuk dan komt mijn gewezen buurmeisje bij ons wonen en word ik geen Assepoester. In de huiskamer mochten wij afscheid nemen van ons moeder. Daarna nam onze grootmoeder, van moederskant, mee naar Amsterdam.
er bleven steeds vragen onbeantwoord door onze vader. Mijn broer werd lastig en ik werd steeds stiller.
Sinds 2016 weet ik na een lange zoektocht de waarheid. Onze ouders waren niet getrouwd, 3 dagen voor de oorlog uitbrak heb ik de naam van mijn vader gekregen. Mijn moeder en mijn grootmoeder waren verzetsstrijdsters, omdat ik een stil teruggetrokken kind was ben ik vaak ingezet als dekmantel, zodat mijn moeder Joodse kinderen kon redden.
Mijn vader heeft mijn moeder inlaten schrijven in Bussum kort na de oorlog als hulp in de huishouding. Toen zij overbodig was geworden moest zij maar elders haar hiel zoeken en had zij geen recht meer op haar kinderen, dat is haar fataal geworden en is overleden aan een hartstilstand.
Het missen van je moeder op zo’n jonge leeftijd is erg, maarde leugens en het niet willen beantwoorden van de vragen van mij aan mijn vader hebben mijn leven verwoest. Ik moet nu nog steeds huilen, het verdriet is nooit verwerkt.
Dit gun ik mijn grootste vijand niet!