“Binnenkort ga ik naar Nederland. Dan zal ik Rietjes urn voor het eerst zien.”
Hartzeer, dat voelt Leneke nadat haar zusje Rietje aan kanker overlijdt. De pijn in haar borst is zo sterk aanwezig, dat ze een dokter opzoekt. Er wordt niets gevonden. “Toen begon me te dagen: deze klachten had ik na het overlijden van mijn moeder ook. En ook toen bleek er niets aan de hand. Mijn diagnose was hartpijn.”
“Nadat mijn zusje Rietje hoorde dat ze longkanker had, wilde ze het niet over haar ziekte hebben. ‘Niets aan de hand’, was haar mantra. Dat was op zich niet ongewoon voor mijn zusje. Ze was altijd al op zichzelf geweest, leefde in haar eigen wereldje. Op haar veertigste was ze getroffen door een herseninfarct en nadien leek ze het lastig te vinden om haar gevoelens te verwoorden. Omdat een gesprek over haar ziekte en naderende dood uitbleef, schreef ik Rietje een lange brief waarin ik mooie herinneringen aan haar leven ophaalde. Ik schreef hoe blij ik als 6-jarig meisje was toen ik eindelijk een zusje kreeg. Ik haalde herinneringen op aan hoe ze haar man had ontmoet. Ik bedankte haar voor het feit dat we mochten delen in de vreugde van hun kinderen. En ik schreef dat ik het jammer vond dat ik niet met haar kon praten. Dat ik het verschrikkelijk vond dat ze op deze manier kwam te overlijden. Ik heb de brief op de post gedaan, maar ze heeft er nooit op gereageerd.
Alleen in de trein
Ondertussen ging mijn zusje hard achteruit. Een paar maanden na haar diagnose kreeg ik een belletje: het ging niet goed met Rietje. Ik moest gauw langskomen om afscheid te nemen. Ik woon in Frankrijk en ben in allerijl op de trein naar Nederland gestapt. Ik was nog niet voorbij Parijs toen ik werd gebeld: mijn zusje was al overleden. Daar zat ik dan alleen in de trein met verdriet tot in het diepste van mijn ziel. Zonder mogelijkheid om de tranen de vrije loop te laten. Er zaten mensen om mij heen te werken, met elkaar te praten. En ik moest nog uren reizen. Bij aankomst in Nederland volgde de tweede dreun: Rietje was al opgehaald om opgebaard te worden. Door drukte konden ze dat thuis niet doen. Pas een dag later kreeg ik mijn zusje in het mortuarium te zien.
‘Daar zat ik dan, alleen in de trein met verdriet tot in het diepste van mijn ziel’
Hartzeer
De eerste maanden na haar dood was ik kwaad. Waarom Rietje? Ze was pas 68 jaar oud. Daarnaast stak het me dat we niet over haar ziekte en naderende dood hadden kunnen praten. Ze liet geen hulp toe, terwijl ik wist dat ze pijn had. Dat voelde hulpeloos. Een maand na haar overlijden kreeg ik pijn op mijn borst. Ik werd grondig gecheckt, maar de artsen konden niets vinden. Toen begon me te dagen: deze klachten had ik na het overlijden van mijn moeder ook. Ook toen werd ik met de ambulance opgehaald en bleek er niets aan de hand. Ik had zoveel onrust in mijn lijf, dat ik er fysieke klachten van had. Mijn diagnose was hartpijn.”
We zijn nu bijna een jaar verder en ik durf nu te zeggen dat ik haar dood een plekje heb kunnen geven. Eerder ondernam ik wel dingen, maar ik genoot er niet van. Sinds deze zomer heeft het leven weer wat kleur gekregen. De zoon van Rietje kwam langs in Frankrijk. Dat heeft me veel goed gedaan. We konden over haar praten. Niet eens zo lang, maar eindelijk was er iemand bij me die een goede band met mijn zusje had. Binnenkort ga ik naar Nederland. Dan zal ik Rietjes urn voor het eerst zien. Ik hoop dat alles dan op zijn plek zal vallen.”
Ik herken het verhaal van Rietje.
Ik heb 14 jaar geleden mijn zoon verloren die net geen 24 is geworden.
Ik kwam in een rollercoaster terecht en mijn hart was en is letterlijk gebroken. Sinds een jaar of 5 kan ik er mee dealen.
Dus er bestaat zeker hartzeer.