Praten over verlies is ongemakkelijk en pijnlijk
Zo’n drie maanden na een verlies verwachten we vaak dat nabestaanden hun dagelijkse leven wel weer hebben opgepakt. De omgeving is dan al minder bereid om te luisteren naar verhalen over verdriet, pijn en rouw. Het is een van de moeilijkste dingen voor nabestaanden die die rauwe pijn van een verlies blijven voelen: over hun verlies kunnen blijven praten. Klinisch psycholoog Jenna Baddeley deed onderzoek naar hoe nabestaanden hun verhaal doen en bij welk soort verhalen we meer geneigd zijn ondersteuning te bieden.
Vermijden van sociaal ongemak en emotionele pijn
Openlijk praten over rauwe emoties en heftige ervaringen biedt een nabestaande op korte termijn voordelen, maar is het is op de lange termijn nadelig. Geconfronteerd met heftige persoonlijke emoties en verhalen over een verlies voelen we als empathisch luisteraar in eerste instantie medeleven en bezorgdheid, maar we voelen ook ongemak. Wat zeg je op zo’n moment? Wat als je iets verkeerds zegt? Wanneer we bovendien diep kunnen meevoelen met de pijn van de rouwende en dit zelf ook als heftig ervaren, zijn we geneigd om die pijn zo snel mogelijk te laten verdwijnen. We willen dan een oplossing aandragen om niet alleen de pijn bij de ander weg te halen, maar ook bij onszelf. Daarom gebruiken we vaak dooddoeners als ‘Je vindt vast weer snel een nieuwe partner’ of ‘Negentig is toch een mooie leeftijd’, zodat we onszelf ook wat minder ongemakkelijk voelen. Tegelijkertijd realiseren we ons dat we nooit in staat zullen zijn om de pijn van de ander weg te nemen. Die combinatie van machteloosheid, ongemak en pijn brengt ons er daardoor toe om de rouwende wat vaker te ontlopen.
Nabestaanden kunnen daardoor het gevoel krijgen dat ze niet open kunnen zijn over hun emoties en gevoelens van hopeloosheid omdat ze bang zijn dat dit sociale gevolgen heeft. Het komt dan ook regelmatig voor dat nabestaanden na een overlijden dubbele rouw ervaren: rouw om het verlies van hun dierbare én rouw om hun afbrokkelende sociale netwerk.
‘Besmettingsverhalen’
Uit onderzoek blijkt dat we een pijnlijk verhaal over een situatie die eerst positief was en nu negatief (van goed naar slecht) veel lastiger vinden om naar te luisteren dan wanneer we horen over pijnlijke emoties die de nabestaande inmiddels overwonnen heeft (van slecht naar goed). Psycholoog Dan McAdams noemt de eerste ‘besmettingsverhalen’ en de laatste ‘verlossingsverhalen’. De mensen die naar je verhaal luisteren zijn vaak heel alert op ‘besmettingsverhalen’; ze willen er zeker van zijn dat ze zich niet teveel belast gaan voelen met negatieve emoties en pijn.
Je kunt op verschillende manieren benadrukken dat dit niet het geval is en tóch je verhaal delen. Jenna Baddeley geeft een aantal tips voor nabestaanden én voor degenen die willen luisteren en steun willen bieden.
Tips voor nabestaanden
1. Vertel niet steeds opnieuw hetzelfde verhaal.
Onderzoek toont aan dat je je slechter gaat voelen wanneer je steeds weer dezelfde verdrietige gevoelens en gedachten blijft herkauwen en vertellen. Hoe kun je uit deze negatieve spiraal komen? Accepteer je emotionele pijn als een gepaste reactie op een vreselijke gebeurtenis. Probeer daar niet tegen te vechten, hoe heftig het ook is. Misschien kun je nieuwe perspectieven vinden op je rouw. Eén sprankje hoop kan al helpen om je situatie anders te beschrijven aan degenen die naar jouw verhaal luisteren. Als zij in je verhaal jouw zoektocht naar verlossing herkennen, zullen ze eerder klaarstaan om je te ondersteunen.
2. Merk op wat de luisteraar nodig heeft.
Wees je ervan bewust dat de meeste mensen niet goed weten hoe ze op een heftig verhaal moeten reageren. Wanneer je een stapje terugdoet en merkt dat zij het daar moeilijk mee hebben, kun je hen wellicht concrete handvaten geven door te vertellen welke ondersteuning je nodig hebt en hoe je getroost wilt worden.
3. Vraag om dat wat je nodig hebt.
Je kunt toestemming vragen om je verhaal te vertellen, en duidelijk maken dat je daarmee erg geholpen zou zijn. Op deze manier kun je de reactie van de ander peilen en daar vervolgens gepast op reageren.
4. Laat weten dat je het waardeert dat de ander bereid is te luisteren.
5. Vertel je verhaal selectief.
Neem de mensen in vertrouwen van wie je weet dat ze goed kunnen luisteren en je begrijpen.
6.Vind steun bij ervaringsdeskundigen, lotgenotengroepen of vraag hulp.
De meeste mensen voelen met je mee, maar voelen zich hulpeloos omdat ze je niet kunnen helpen. Vrijwilligers en rouwprofessionals zijn opgeleid om te luisteren en te reageren op heftige verhalen. Deze mensen kunnen waardevol zijn: ook al heb je familie en vrienden die naar je willen luisteren, het kan zijn dat ze de ervaring missen om jouw situatie echt te begrijpen.
Tips voor degenen die luisteren en steunen
1. Wees er voor de rouwende.
Wanneer je ooit zelf een persoonlijke crisis hebt meegemaakt, weet je hoe onbetaalbaar de steun en het begrip van je vrienden en familie is. Rouwt er op dit moment iemand in je omgeving, dan heb je nu zelf ook de gelegenheid om deze persoon bij te staan in een moeilijke tijd.
2. Luister en valideer.
Iemand die rouwt wil graag het gevoel hebben gezien en gehoord te worden. Valideren betekent dat je met kleine, simpele terugkoppelingen aan de ander laat weten dat je gehoord hebt wat hij of zij je vertelt. Zo’n validatie kan bijvoorbeeld zijn ‘Ik kan zien dat je hier helemaal kapot van bent.’ Het meest troostende dat je kunt doen is de ander helpen zich minder alleen te voelen in zijn of haar pijn. Wanneer je valideert, hoef je geen oplossing aan te dragen (want die is er ook niet). Alleen al aangeven dat je de ander hoort en ziet is ontzettend helpend voor de rouwende.
3. Maak het verdriet niet kleiner en blijf weg van dooddoeners.
‘Tijd heelt alle wonden’. ‘Je bent gelukkig jong genoeg om nog een kind te krijgen’. Maar ook: ‘je krijgt wat je aankunt’, of zelfs: ‘ik begrijp precies wat je nu voelt’. Dit zijn dooddoeners. Onderzoek toont aan dat mensen geneigd zijn dit soort clichés vooral te roepen om hun eigen ongemakkelijke gevoel weg te nemen. Ze kunnen best welgemeend zijn, maar ze zijn soms ronduit kwetsend omdat ze voorbij gaan aan de pijn van de rouwende en hem of haar het recht ontnemen om nog verder uiting te geven aan pijn en negatieve emoties.
4. Respecteer ook je eigen grenzen.
Het kan erg zwaar zijn om langere tijd iemand te ondersteunen die het moeilijk heeft. Wanneer je duidelijk je grenzen aangeeft in wat je zelf aankan, kun je de ander langer ondersteunen zonder op te branden.
3. Vraag om dat wat je nodig hebt.
Je kunt toestemming vragen om je verhaal te vertellen, en duidelijk maken dat je daarmee erg geholpen zou zijn. Op deze manier kun je de reactie van de ander peilen en daar vervolgens gepast op reageren.
Dat is toch geen vraag? Als je voor het eerst rouwt, iemand verliest weet je niet wat je overkomt. Wat je nodig hebt. Wat een rare stelling!
Sorry