Geen angst voor de dood, maar bang om te leven
Voor onze interviewserie ‘de Vereniging in gesprek met…’ spraken we met Trodessa Barton en Akkie Lindeboom over het omarmen van je sterfelijkheid.Trodessa (43) kreeg borstkanker op haar zesendertigste en net toen ze bijna klaar was met alle behandelingen, belandde ze in een coma door een hersenvliesontsteking. Akkie (77) is net geopereerd aan baarmoederkanker en zal nog bestraald moeten worden. De dood kwam en is dichtbij voor deze twee vrouwen, maar ze kunnen er niet wakker van liggen. Juist door het omarmen van hun sterfelijkheid weten zij het beste uit het leven te halen en gaan hierover met veel humor in gesprek.
De cyclus doorbreken
Trodessa: ‘Mijn broers en ik zeggen altijd: als we de zestig halen, dan hebben we het goed gedaan! Wij komen uit een familielijn die niet heel oud wordt. Vier generaties vrouwen voor mij hebben hun kleinkinderen nooit gezien. Onze moeder overleed al op haar vijfenvijftigste aan Alzheimer. En ik kreeg borstkanker op mijn zesendertigste om anderhalf jaar later in een coma te belandden door een hersenvliesontsteking terwijl ik in Afrika was. In Afrika! Of all places! Mijn familie werd al gebeld om afscheid te komen nemen. Dit maakt je heel bewust van de tijd die je samen hebt. Toch hoop ik de cyclus te doorbreken en het ooit nog mee te maken; een kleinkind. Ik heb veel traumawerk gedaan, want ik denk dat de trauma’s van de generaties voor ons onbewust in ons lichaam worden opgeslagen. Hopelijk heb ik hiermee de weg vrij kunnen maken voor mezelf en mijn kinderen om in vrijheid te leven.’
Later kan ik dood zijn!
Akkie: ‘Ook ik was nog jong toen mijn moeder overleed. Ze had eierstokkanker en mijn vader is vermoedelijk overleden aan een onduidelijke vorm van Alzheimer. Dat is mij overkomen, zoals wel meer je overkomt in het leven. Het heeft mij gesterkt om juist dát te doen wat ík wil, waar ík blij van word. Mijn schoonmoeder zei altijd, als ik weer plaatsnam in een commissie of ledenraad: ‘Kun je dat niet later doen?’ Maar later kan ik dood zijn! Ik doe het nu! Ik was al vrij jong beppe, grootmoeder, en toen zei iemand: ‘Oh, maar dan word je zo oud!’ ‘Nou,’ zei ik, ‘dan heb jij een probleem met jezelf! Ik krijg er iets bij en draag de titel met ere!’ Bij mij is het glas halfvol, niet halfleeg. Dat ik nu kanker heb gekregen, dat valt tegen. Maar wat heb ik aan kniezen?! Ik bekijk zaken graag positief. Met bestraling maak ik een goede kans dat de kanker niet terugkeert. Nou, dan is de keuze snel gemaakt! Ik wil nog wel even door met leven!’
Vijfendertig centimeter
Trodessa lacht: ‘Halfvol of halfleeg, ik ben al blij met het glas! Dankbaarheid helpt mij enorm om bezig te zijn met zingeving. Dat heeft ook te maken met acceptatie, dat heb je nodig om tot zingeving te komen. Toen ik uit mijn coma kwam kon ik niets meer, behalve mij overgeven aan mijn sterfelijkheid. De dood confronteerde mij met alles waaraan ik vasthield, zoals mijn werk. Dat was mijn identiteit en ineens realiseerde ik mij: Wat ben ik allemaal aan het doen?! Word ik hier blij van?! Wil ik zo mijn tijd op aarde benutten?! Met de dood valt zoveel onzin weg. De dood wees mij de weg van mijn hoofd naar mijn hart. De belangrijkste les daarin was om mijn hart kapitein te laten zijn en mijn hoofd uitvoerder. Wist je dat de afstand van je hoofd naar je hart vijfendertig centimeter is? Maar het is de langste reis die ik ooit heb gemaakt.’ Akkie: ‘Ondanks dat je al in Afrika zat!’
Ben jij een rebel?
Akkie: ‘Het is zoals Trodessa zegt: word je blij van wat je doet? Dat is precies wat ik mensen mee probeer te geven. Doe wat je leuk vindt en houd je niet bezig met wat een ander ervan vindt. Als ik dat had gedaan, dan was ik zestig jaar geleden niet de eerste voetbalscheidsrechter in Friesland geweest!’ Trodessa: ‘Zeg, Akkie! Ben jij een rebel?!’ Akkie: ‘Een rebel? Ja, toch wel. Je zult merken dat ik er ben, ik roer mijn mond als ik een verschil kan maken. Waarom zou je zwijgen over zaken? Zeker als het gaat om de dood én rouw. Ik kwam ooit in gesprek met een ouder echtpaar met ontzettend veel verdriet om een stilgeboren kindje dat ze nooit hebben mogen zien en waar niet over werd gesproken. Een heel leven aan weggestopt verdriet! Dan ben je toch blij dat de tijden veranderen.’
Een doorlopende curve
Trodessa: ‘Ik heb de rouw om het verlies van mijn moeder destijds weggestopt omdat ik er absoluut niet mee kon dealen. Maar tijdens mijn kankertraject heb ik de rouw juist omarmd om het heel bewust te ervaren. Rouw, verdriet en acceptatie, het is een doorlopende curve. Het keert terug op de belangrijke momenten in je leven. Toen ik kanker kreeg, mijn kinderen werden geboren en ik mijn boekpresentatie had; ik wilde alleen maar dat mijn moeder er was om mij een knuffel te geven!’ Akkie: ‘Op de dag dat mijn moeder gecremeerd werd, werd mijn dochter acht. Het hoort allebei bij het leven, ’s ochtends was er verdriet en ’s middags was er feest.’ Trodessa: ‘Het leven en de dood liggen dicht bij elkaar.’ Akkie: ‘Het leven komt dichtbij op zulke momenten.’ Trodessa: ‘Inderdaad! Met de dood wordt het leven in je ontwaakt.
Gevoel van sterfelijkheid
Trodessa: ‘Iedere transformatie in het leven gaat gepaard met rouw. Voor mij zat dat bijvoorbeeld in het afscheid nemen van mijn oude lichaam en de acceptatie van mijn nieuwe lichaam. Ik gun ieder gezond mens het gevoel van zijn eigen sterfelijkheid. Als je bij je eigen sterfelijkheid kan komen, dan is the sky the limit.’ Akkie: ‘Wees je bewust van je sterfelijkheid, zonder dat het je tegenhoudt om open in het leven te staan.’ Trodessa: ‘Wat ik mensen mee probeer te geven, en ik snap dat het lastig is, is dat juist door te leunen tegen de dood, het te ontvangen en te ontmoeten, je dromen werkelijkheid kunnen worden. Zolang je bang blijft voor de dood, ontneem je jezelf het gevoel dat alles mogelijk is. Het is dan geen angst voor de dood, maar angst om te leven. Laat de dood het leven maar wakker schudden!