“Nabestaanden leren leven met een andere vorm van aanwezigheid in plaats van met de afwezigheid van een geliefde”
Om 00.45 uur schrikt Romy wakker: door de speakerbox schalt Back to you van Hannah Mae, ‘het lied’ van haar moeder. Maar diezelfde moeder is een paar maanden geleden overleden. Iedereen sliep toen de muziek plotseling aan ging: hoe is dat mogelijk? Voor Romy is het duidelijk: haar moeder geeft haar een teken. Wat betekenen zulke tekens voor rouwenden, en hoe ondersteun je jouw cliënten wanneer zij ook boodschappen krijgen van een overleden dierbare?
Het verhaal van Romy staat niet op zich: je hoeft maar even te zoeken op het internet en je vindt diverse anekdotes van mensen die beweren (of denken) een teken van een overleden dierbare te hebben ontvangen.
Coach en healer Annet Brouwer hoorde in en buiten haar praktijk veel van dit soort ervaringen: in het boek Een gift uit Avalon, over contact met overleden dierbaren schreef zij de verhalen op van 125 verschillende mensen die allemaal op een onverwacht moment iets bijzonders overkwam; vaak vlak na het overlijden van een dierbare, maar soms ook weken of maanden later.
Hoe ziet dat er uit, een teken van een overledene?
Tekens kunnen op verschillende manieren gegeven worden, aldus Annet. “Zo zijn er tekens die via telepathisch contact gegeven worden. Dit zijn zintuiglijke ervaringen, waarbij de overledene gezien, gevoeld of gehoord wordt of waarbij een kenmerkende geur wordt geroken. Het zijn altijd dingen die typerend waren voor de overledene. Je kunt hierbij denken aan sigarettenrook, terwijl daar geen aanleiding voor is. Sommige mensen horen inwendig een stem die ze associëren met de overledene, nadat ze een specifieke hulpvraag hebben gesteld. Maar de tekens kunnen ook komen in de vorm van bewegende voorwerpen, zoals lichten die zonder aantoonbare reden aan- en uitgaan of een foto van de overledene die ineens omvalt.”
Het gaat dus niet om een (witte) vlinder die voorbij fladdert – dat maken we allemaal weleens mee – maar een vlinder die bijvoorbeeld ongewoon lang op je arm of schouder blijft zitten. Het voorbeeld van Romy valt hieronder: zij vroeg nog aan haar toenmalige partner of hij misschien onlangs dit liedje had afgespeeld, maar ook hij snapte niet wat er gebeurde.
Een andere vorm waarin je volgens Annet een teken kunt ervaren, is gebaseerd op de synchroniciteitstheorie van psychiater Carl Jung. Hij stelt dat het zinvol is om op zoek te gaan naar de betekenis van een gebeurtenis – ook wanneer er iets gebeurt wat we niet kunnen verklaren. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de favoriete plant van de overledene die in een onlogisch seizoen in volle bloei staat of aan een specifiek liedje dat op een gek moment te horen is – zoals bij Romy. We noemen dat ook wel ‘betekenisvol toeval’.
Ten slotte benoemt Annet een algemene categorie: behoefte aan tekens of gebeurtenissen die verifieerbaar zijn. “Best veel mensen ervaren tekens als ze alleen zijn, dus niemand kan bevestigen dat het écht gebeurd is, terwijl daar wel behoefte aan is. Die bevestiging kan er bijvoorbeeld wel zijn doordat iemand hetzelfde heeft meegemaakt, maar kan ook worden gevonden in het uitkomen van een voorspelling die doorgegeven werd door de overledene.”
“Mensen denken vaak dat ze de enige zijn die dit hebben meegemaakt. De herkenning is al een heling op zichzelf.”
Leven na de dood volgens de wetenschap
Die behoefte aan bevestiging is logisch: we leven in een maatschappij die gericht is op rationeel denken. Maar wat er gebeurt na de dood, is lastig te onderzoeken. Zo is er tot op heden geen bewijs voor leven na de dood, anders dan de beelden die mensen met een bijna doodervaring claimen te hebben gezien. Die ervaringen vormden overigens wel de basis voor verder onderzoek.
Vaak worden deze ervaringen uitgelegd als een neurologische flits in ons brein, maar sommige wetenschappers geloven dat het mogelijk is dat de geest niet helemaal (meteen) sterft na een overlijden. Twee onderzoekers op het gebied van kwantumfysica, dr. Stuart Hameroff en wis- en natuurkundige Sir Roger Penrose, beweren dat er leven is na de dood, dat er een ziel is die blijft. Deze theorie gaat in op de mogelijkheid dat ons bewustzijn kan blijven bestaan na de dood. De theorie stelt dat ons bewustzijn kan terugkeren naar het universum. De opgeslagen informatie in onze hersenen blijft bewaard.
Prof. Robert Lanza zegt iets soortgelijks: volgens hem leert het biocentrisme ons dat de dood zoals wij die kennen een illusie is. Hij gelooft dat ons bewustzijn het universum creëert en niet andersom. Wij associëren in leven zijn met ons fysieke lichaam en dat lijf overlijdt, maar dat klopt niet volgens Lanza. Ook hij verwijst naar de kwantumfysica: energie is onsterfelijk en dus het leven ook.
Cijfers als resultaat van empirisch onderzoek
Maar wat zeggen deze theorieën nu over het wel of niet bestaan van communicatie met overledenen? Niet zoveel helaas. De theorie van Hameroff stelt niet dat we ons na de dood bewust zijn van onszelf, alleen dat ons bewustzijn zelf blijft. Vanuit de kant van de doden is het lastig de onderzoeken.
Wat wel onderzocht kan worden, is hoeveel mensen nu eigenlijk een teken van een overledene (denken te) krijgen. Uit een onderzoek van dr. Jenny Streit-Horn onder 45.000 respondenten, blijkt ongeveer veertig procent deze ervaring te hebben, waarvan een groot deel verifieerbaar.
Annet legt uit waarom dat onderzoek zo belangrijk is: “Mensen denken vaak dat ze de enige zijn die dit hebben meegemaakt. De herkenning is al een heling op zichzelf. Daarom besloot ik mijn boek te schrijven.”
In een Amerikaans onderzoek gaf bijna de helft van de nabestaanden aan dat het gevoel van contact met hun overleden partner behulpzaam was bij de acceptatie van het verlies.
Impact op het rouwproces
Ook daarom is de behoefte aan bevestiging zo belangrijk: je wilt horen dat je niet gek bent. Maar naast dat, werkt het voor de meeste mensen ook heel troostend. In een Amerikaans onderzoek gaf bijna de helft van de nabestaanden aan dat het gevoel van contact met hun overleden partner behulpzaam was bij de acceptatie van het verlies. Annet bevestigt dat: “De mensen die ik sprak gaven aan dat ze zich gesteund voelden. Zo vertelde een vrouw me onlangs dat de aanwezigheid van haar overleden zoon die ze voelde haar de dagen door hielp. Het kan zo helpend en helend zijn.” Dat geldt ook voor Romy: “Het was even schrikken, maar ook heel troostend en bijzonder. Ik was vooral blij en kijk er met een glimlach op terug.”
Volgens Annet zit daar een belangrijk idee achter: “Nabestaanden leren leven met een andere vorm van aanwezigheid in plaats van met de afwezigheid van een geliefde.” Ook ziet zij in haar praktijk dat tekens de kijk over leven en dood op z’n kop kunnen zetten: “Mensen zijn niet meer bang voor de dood. Ze hebben een innerlijk weten dat de ander thuis is, bevrijd is van beperkingen en pijn en gelukkig is.”
Er is dus geen duidelijke consensus onder wetenschappers of er echt contact kan zijn met overledenen: we weten het gewoonweg niet. Maar het is wel duidelijk dat de mogelijkheid troost geeft en ondersteunend kan zijn in het rouwproces. Daarom is het dus belangrijk als rouwprofessional een dergelijke ervaring of overtuiging van een cliënt niet weg te zetten als gek, aldus Annet: “De mensen die bij mij kwamen met hun ervaringen zeiden stuk voor stuk: ‘Ik heb dit aan bijna niemand verteld.’ Dikwijls uit angst om niet begrepen te worden of erger nog: voor gek verklaard te worden. Onze samenleving kan er schamper op reageren, alsof je het je ingebeeld hebt. Zo jammer, want het zijn stuk voor stuk zulke mooie belevingen. Bagatelliseer de ervaring dus niet. En ook: kap het verhaal niet af. Laat de mensen vertellen, want ook dat werkt helend.”
Wat is dan wel een gepaste reactie?
Volgens Annet staat voorop dat je een open, onbevangen en luisterende houding aanneemt: “Belangrijk is dat de ervaring er mag zijn. Dat kun je laten blijken uit je woorden, maar het is net zo belangrijk dat de nabestaande in je energie voelt dat er oprechte interesse is.” Daarnaast adviseert ze vooral op de betekenisgeving in te gaan: wat heeft deze ervaring met je gedaan? Welke vragen heb je?
Andersom kan ook voorkomen: een nabestaande zit juist op een teken te wachten, maar er lijkt niets te gebeuren. “Wijs er dan op dat als veertig procent van de nabestaanden tekens ervaart, er dus ook een grote groep is die geen tekens ervaart. En leg uit dat tekens soms niet komen in de vorm die je verwacht. Een nabestaande kan proberen het idee dat er een teken moet komen zo goed mogelijk los te laten en in overgave te vertrouwen dat het wel komt.”
Dus ook in dat geval geldt: kap het niet af. Want alles wat een therapeutische werking heeft, is de moeite waard om te normaliseren.