
Rouw is opnieuw leren leven met wie of wat er niet meer is.
In de rubriek ‘Drie vragen aan…’ beantwoorden rouw- en verliesexperts drie vragen rondom verlies en rouw. In deze editie Joke Roelfsema, begeleider van organisaties, teams en leidinggevenden, over de bredere uitwerking van verlies in het leven en het belang van een rouwcultuur op het werk.
Rouw hoort bij het leven, dus ook bij het werk. Vanuit mijn eigen ervaring en begeleiding van organisaties, teams en leidinggevenden pleit ik voor meer kennis, taal en ruimte rond verlies en rouw op het werk. Niet om er een protocol van te maken, maar om het gesprek mogelijk te maken. Mensen vallen niet uit door rouw, maar door de beperkte energie die rouw met zich meebrengt en door een omgeving die onvoldoende weet wat de impact van rouw werkelijk is.
Waar gaat rouwen over?
Rouwen gaat voor mij over leren leven met wie of wat er niet meer is. Door verlies raak je uit balans. Je raakt niet alleen een dierbare kwijt, maar ook een stukje van jezelf, wie je was in relatie tot wie of wat je bent verloren. In het begin is er vooral ontregeling. Je lichaam reageert, je gedachten draaien overuren, emoties wisselen elkaar af. Verdriet, boosheid, onmacht, schuldgevoel, en soms zelfs opluchting. Het hoort er allemaal bij. Rouw is geen stoornis, maar een gezonde reactie op iets wat van betekenis was.
Rouw is opnieuw leren leven, zoeken naar evenwicht in een wereld die is doorgegaan terwijl voor jou alles is veranderd. De pijn laat zich niet wegduwen, maar vraagt om aandacht. Door stil te staan bij wat er verloren is gegaan, komt er ruimte om te ademen, te voelen en betekenis te geven. Je verliest niet alleen een dierbare, maar ook wat daarbij hoorde, het leven zoals het was. Met dat verlies verandert ook het dagelijks leven: je rollen, taken en verantwoordelijkheden verschuiven. Verlies raakt niet alleen het hart, maar ook het leven daaromheen.
Betekenis geven is een belangrijk onderdeel van rouw. Wie was de ander in jouw leven en jij in dat van hem of haar? Wat heeft die relatie jou gebracht, en wat blijft er? Juist nu het leven verdergaat met het gemis als onderdeel van jouw nieuwe bestaan. Rouw is niet iets dat je afrondt, het is iets wat je meedraagt. Terwijl je zoekende bent, is er ook een kant van jou die alweer stappen zet richting toekomst. Je leeft door, in jouw tempo. Je roeit met de riemen die je hebt en gaandeweg verweef je het verlies met je leven, zodat het niet alleen pijn blijft, maar ook liefde die een andere vorm heeft gekregen.
Rouw kost veel energie. Mensen zijn niet alleen verdrietig, maar ook lichamelijk en mentaal uitgeput.
Wat mag er in de samenleving veranderen wat betreft de omgang met de dood en rouw
Ik zou het mooi vinden als we stoppen om rouw als ziekte te benaderen en het meer als onderdeel van het leven gaan zien. Rouw is geen stoornis, maar een natuurlijke reactie op iets wat van waarde was. Wat ik in organisaties vaak zie, is dit: de medewerker moet door, het werk moet door, het team moet door. Er is veel aandacht voor inzetbaarheid, maar weinig kennis over de impact van verlies. Terwijl juist die kennis helpt om rouw beter te begrijpen. Bij een zwangerschap beweegt de omgeving mee. Er worden aanpassingen gedaan zodat iemand goed kan blijven werken, collega’s tonen belangstelling en na de bevalling is het vanzelfsprekend om te vragen wat iemand nodig heeft om terug te keren. Bij een afscheid van het leven doen we dat niet. Dan praten we over ziekte en herstel, terwijl leren leven met verlies geen medisch proces is, maar een menselijke fase.
Rouw kost veel energie. Mensen zijn niet alleen verdrietig, maar ook lichamelijk en mentaal uitgeput. De batterij raakt sneller leeg en moet tussendoor weer worden opgeladen. Daardoor vallen mensen niet alleen uit omdat ze zich niet gezien voelen, of het hoofd er niet bij kunnen houden, maar ook omdat ze letterlijk geen energie meer hebben. Een oplossing kan daarom niet alleen uit het werk komen. Het begint bij de rouwende zelf, die stap voor stap zoekt naar manieren om met die beperkte energie om te gaan, thuis en op het werk. Een leidinggevende kan daarbij veel betekenen door te luisteren, ruimte te geven, en mee te denken in mogelijkheden in plaats van tempo.
Wat we nodig hebben, is een rouwcultuur in organisaties: een manier van werken waarin verlies niet wordt weggeduwd, maar erkend wordt als onderdeel van het leven. Door kennis te delen, te luisteren en in gesprek te blijven, ontstaat een cultuur waarin ruimte is voor menselijkheid en samenwerking.
Wat heeft rouw met jou persoonlijk gedaan? Hoe neem je deze ervaring mee in je professionele leven?
In 2017 verloor ik mijn zoon Michiel door een noodlottig ongeval. Alles wat tot dan toe vanzelfsprekend was, viel weg. Mijn leven, mijn werk, mijn identiteit. Ik moest opnieuw leren leven met mijn verlies in een wereld die verderging, terwijl die van mij stil viel. Wat in die periode het verschil maakte, was mijn leidinggevende. Zij bleef contact houden, kwam langs, vroeg niet naar mijn planning, maar naar mij. Die ruimte en dat vertrouwen zorgden ervoor dat ik langzaam weer kon aansluiten bij het leven, in mijn eigen tempo.
Dat is ook de reden waarom ik ben gaan doen wat ik nu doe. Vanuit mijn eigen levenservaring en zoektocht naar zingeving ben ik me verder gaan verdiepen in verlies, rouw, en begeleiding. Ik heb opleidingen gevolgd, maar vooral geleerd van de mensen die ik ontmoette en begeleidde. Zo ontstond stap voor stap mijn praktijk, waarin ik organisaties, leidinggevenden, teams en medewerkers ondersteun bij verandering, verlies en rouw op het werk.
Rouw heeft mij gevormd tot de vrouw die ik nu ben. Mijn missie is om verlies en rouw te normaliseren, zodat het niet langer wordt gekoppeld aan ziekte, maar wordt gezien als een wezenlijk onderdeel van het leven. Mijn ervaringen heb ik opgeschreven in mijn boek ‘Wat is er gebeurd?’, als handvat voor iedereen die zonder oordeel wil leren kijken naar verlies, rouw, en de betekenis ervan in het leven en op het werk.
