Beeld: Hans Moerman, Unsplash
“De dood is absurd. Hoe kun je nu voor eeuwig afscheid nemen van je moeder?”
Eerst wisten we zeker dat ze ze haar verjaardag niet zou halen. 8 september was gewoon te ver weg. We waren verbouwereerd toen bleek dat ze die dag nog gewoon in haar bed zat en taart aan het eten was. Nou Ma, dacht ik, je hebt ons allemaal voor de gek gehouden.
De weken erna ging het steeds slechter. Een bezoek mocht niet langer duren dan een half uur. Dan werd ze te moe. Mijn zussen en ik spraken er meewarig over: ‘Het is zonde, dat mens. Ze wilde zo graag kerst halen’. ‘Maar je weet nooit,’ zei m’n oudste zus.
Toen kwam er een opleving en daarmee het moment dat ik me begon te generen. Ik wilde liever niet dat mensen naar mijn stervende moeder vroegen. Ik bedoel, hoelang kun je sterven? Op een gegeven moment is het gewoon niet langer geloofwaardig.
Als mensen naar je toe komen met een: ‘Sorry dat ik ernaar vraag, maar hoe is het met je moeder?’ wat antwoord je dan?
‘Voor een stervend persoon is ze nog erg levend.’
‘Het spijt me dat ik je moet teleurstellen, maar ze doet het nog steeds.’
‘Tja, ’t is het langste afscheid ooit’.
‘Het valt ons een beetje tegen. Ze wil maar niet doodgaan.’
Er waren ook steeds minder bloemen. Geef de mensen eens ongelijk. Ze kunnen boeketten blijven kopen. Loopt op een gegeven moment ook in de centen. Ook stervenden kunnen het te gek maken. Het is gewoon niet netjes meer.
Mijn moeder straalde tijdens kerst. Als een elektrisch kaarsje dat nooit opgaat. Af en toe had ik de neiging om heel bijbels te roepen: ‘Sta op, neem uw matras op en wandel!’ Maar dat kon ze dan weer niet, lopen.
Maar wat ze wel kon? In een rolstoel zitten. Niet de hele dag, maar rustig 2 uur aan een stuk.
En ik ben eindelijk de schaamte voorbij. Als mensen mij nu vragen hoe het met haar gaat, zeg ik gewoon: ‘Ze zit op sterven’.
—
Ik hoop dat je het sarcasme van deze post kunt waarderen. De dood is absurd. Hoe kun je nu voor eeuwig afscheid nemen van je moeder? Ze gaat sterven, maar we zijn allemaal enorm dankbaar dat ze er nog is. Ik bel haar twee keer per dag om bij te kletsen. En zolang ze terugpraat, is het een feestje.