“Gaandeweg besefte ik dat ik niet zozeer verdriet had om zijn verlies, maar dat ik vooral moeite hetgeen Tinus in mij had wakker gemaakt, te blijven leven.”
Soms ontmoet je iemand die je kijk op het leven voor altijd verandert. Voor Peter was dat Tinus, een vaderfiguur die hem leerde het leven én de dood te nemen zoals ze komen. Nadat Tinus overlijdt aan een hartaanval, start voor Peter een zoektocht naar het gevoel dat Tinus al die tijd in hem had opgeroepen. “Zijn energie had iets in mij wakker gemaakt. En dat moest ik nu op eigen kracht tot leven brengen.”
“Ik heb nooit een goede band met mijn ouders gehad. Voor hen kon ik niets goed doen, het moest altijd anders. Tinus leerde ik kennen via het staalverwerkingsbedrijf waar ik jaren geleden werkte. Ik wilde in die tijd graag zelf een houtkachel bouwen. Iedereen verklaarde me voor gek, behalve Tinus. Zijn gedachte was: als jij denkt dat het kan, dan kan je het. Ik bouwde mijn eigen kachel en de tweede was voor Tinus. Daarna verkocht en installeerde ik uiteindelijk tientallen houtkachels.
Sindsdien kwamen we regelmatig bij elkaar over de vloer. Tinus was dik twintig jaar ouder dan ik en ik begon hem als vaderfiguur te zien. Tinus zag me zoals ik was, met al mijn goede én slechte kanten. Voor mij was Tinus een levenskunstenaar; als hij iets wilde, dan ging hij ervoor. Die levenshouding begon ik over te nemen en leidde tot veel positieve veranderingen in mijn eigen leven. Niet omdat Tinus mij vertelde dat ik iets moest doen, maar omdat hij het voorleefde. Hij leerde me te luisteren naar die stem die we zo vaak wegdrukken. Daarna begon ik een vliegerfabriekje, richtte mijn privéleven anders in en schreef uiteindelijk twee boeken en startte dingen te doen op mijn manier.
Een afscheidsbezoek
Tinus leed aan suikerziekte en had al eens een hartaanval gehad. Dat bagatelliseerde hij, hij deed zijn klachten af als een verkoudheid. De dag voor zijn dood kwam hij spontaan langs om koffie te drinken. We kletsten wat en hij maakte mijn kinderen aan het lachen. Een dag later belde zijn vrouw: Tinus was plotseling overleden. Op zijn begrafenis vertelden twee anderen me dat Tinus ze ook spontaan bezocht had de dag voor zijn dood. We wisten het zeker: hij was gedag komen zeggen. Tinus had gevoeld dat het zijn tijd was en liet het gewoon gebeuren. Hij zou nooit tegen het leven, of de dood strijden.
In eerste instantie stortte ik in. Gaandeweg besefte ik dat ik niet zozeer verdriet had om het verlies van Tinus, maar dat ik vooral moeite had om wat hij in mij had wakker gemaakt, te blijven leven. Ik ben bewust gaan kijken naar het gevoel dat Tinus in mij opriep en heb dat tot bloei laten komen. Daardoor voelde ik de aanwezigheid van Tinus in mijzelf nog meer dan toen hij nog leefde. Ik ben niet gedoopt en ben geen kerkganger, maar sindsdien begrijp ik de woorden van Jezus vlak voordat hij werd gekruisigd: “Straks ben ik weer bij jullie”.
Leven en dood zijn geen tegenpolen
Na Tinus’ dood ben ik in de terminale thuiszorg gaan werken en sta mensen bij tot en met hun overlijden. Als ik dat aan mijn omgeving vertel, is de reactie vaak: “Wat zwaar”. Maar dat ervaar ik niet zo. Ik heb ontdekt wat spiritueel leraar Eckhart Tolle schrijft: “Men stelt dat dood het tegenovergestelde van leven is, maar het tegenovergestelde van dood is geboorte.” Leven en dood zijn samen leven, net zoals donker en licht samen één dag zijn.”
Dat maakt dat ik niet bang ben voor de dood. Ik zie de dood niet als ‘het einde’ van leven. Leven is een proces dat nooit eindigt. Het persoontje dat je geleerd hebt te zijn, verdwijnt, maar jouw essentie blijft in alles en alles blijft in jou. Met die overtuiging bij een stervende zitten, geeft een intense verbinding. Dan scheidt de dood niet, maar verbindt het leven.”