Aantoonbaar effect van rouw op eenzaamheid en gezondheid
Onze ongemakkelijke relatie met de dood heeft effect op ons welzijn. Met de dubbele vergrijzingsgolf – we worden gemiddeld ouder én er zijn meer ouderen – door de babyboomers zullen we steeds frequenter met rouw te maken krijgen. Wat zijn dan de gevolgen van een samenleving die de dood buiten de deur probeert te houden? Dat onderzoeken we in dit artikel.
De dood uit het blikveld
Onlangs kwamen de inwoners van Bloemendaal in verzet tegen de vestiging van een hospice in de stad. Een van de redenen: de ouders willen niet dat hun kinderen het risico lopen terminaal zieke mensen te zien. Het is in Nederland geen uitzondering om de dood uit het blikveld te verwijderen. Nederlanders vinden de dood vreemd, raar, abnormaal. Iets waar kinderen niet te vroeg mee geconfronteerd zouden moeten worden.
In het rapport Stervelingen. Beter samenleven met de dood signaleert de Raad voor Volksgezondheid & Samenleving dat we in Nederland ‘aandacht voor dood, sterven en rouw weg uit de samenleving dringen.’ In haar voorwoord schrijft voorzitter Jet Bussemaker: ‘We hebben al snel de neiging zachter te gaan praten, vinden het vaak moeilijk om over een naderende of recente dood te spreken en zijn soms zelfs geneigd contact met stervenden en rouwenden te omzeilen.’ In het rapport wil de raad ons als samenleving uitnodigen om dood en sterven ‘als onderdeel van het leven en van de samenleving te normaliseren’. Het RVS-rapport gaat echter niet verder in op de gevolgen voor welzijn en volksgezondheid van het tekort aan aandacht voor rouw en dood.
Dood en sterven normaliseren is dus makkelijker gezegd dan gedaan: wij Nederlanders vinden een confrontatie met de dood ontzettend moeilijk. We zijn niet alleen bang voor onze eigen sterfelijkheid, maar ook voor de emotionele pijn van het verlies van iets of iemand dat ons dierbaar is. Want de dood van de een is de dood van allen: het verlies dat Wouter vandaag ervaart, zal het verlies zijn dat Marjan volgend jaar meemaakt. De namen wisselen, maar dierbaren verliezen en sterven zijn universele ervaringen. Door dit ongemak over dood en rouwpijn weten we vaak niet hoe we anderen in rouw kunnen helpen en als we zelf rouwen, willen we anderen er niet mee opschepen.
Toch zullen we ermee aan de slag moeten: de komende decennia krijgen we volgens het CBS te maken met zo’n 13 tot 15% meer overlijdens dan het geregistreerde aantal van 170.000 in 2023. De eerste babyboomers – de generatie geboren tussen 1941 en 1955 die in ons land in aantal ver in de meerderheid is – zijn inmiddels over de tachtig. De verwachting is dat het grootste deel van onze 35-plussers de komende 20 jaar te maken zal krijgen met het verlies van ouders en diens leeftijdsgenoten. Het aantal nabestaanden neemt daardoor ook toe.Rouw en eenzaamheid
Het overlijden van een dierbare is een belangrijke oorzaak van eenzaamheid, zo lezen we in het Actieprogramma tegen Eenzaamheid dat het ministerie van VWS in 2018 is gestart om Nederlanders bewuster te maken van het feit dat eenzaamheid in onze samenleving nauwelijks zichtbaar is. Volgens de Gezondheidsmonitor Volwassenen van VWS voelt bijna de helft (48,6%) van de Nederlandse volwassenen van 18 jaar en ouder zich eenzaam. In 2012 was dat nog 38,8%.Rouw leidt op zichzelf al tot vereenzaming. Iemand die rouwt, wil zich terugtrekken. Door het wegvallen van een geliefde valt soms ook een deel van het sociale netwerk weg. Maar ongemak rondom rouw in de sociale omgeving versterkt ook de emotionele vereenzaming die mensen in rouw al ervaren. Dit bevestigen ook een groot aantal onderzoeken die zijn uitgevoerd naar het verband tussen rouw en sociale eenzaamheid.
Een daarvan is van de onderzoekers Maarten Eisma en Asuman Buyukcan-Tetik; zij tonen in hun research naar de relatie tussen rouw enerzijds en eenzaamheid en depressie anderzijds aan dat over een periode van 6 maanden symptomen van rouw in de meeste gevallen leiden tot eenzaamheid. Volgens hen komt het ook voor dat diepe rouw leidt tot stigmatisering, verminderde sociale ondersteuning en een gevoel van sociale isolatie waardoor gevoelens van eenzaamheid en depressie versterkt worden.
“Het effect van het hebben van een goed sociaal netwerk is te vergelijken met het stoppen met roken”
Eenzaamheid en gezondheid
Eenzaam zijn brengt gezondheidsrisico’s met zich mee. Een artikel in PloS Medicine doet verslag van een meta-analyse op basis van 148 internationale onderzoeken onder meer dan 300.000 mensen over een periode van 7 jaar. De schrijvers concluderen dat er een verband is tussen ‘de kwaliteit en kwantiteit van iemands sociale relaties’ en ‘morbiditeit en sterfelijkheid.’ Mensen met een gezond sociaal netwerk hebben volgens deze studie de helft meer kans te overleven dan mensen met een slecht sociaal netwerk. Het effect van het hebben van een goed sociaal netwerk is dus eigenlijk te vergelijken met het stoppen met roken, zeggen de auteurs.
In een vergelijkbaar artikel in Environment and Social Psychology geven auteurs Rokach en Patel een overzicht van een aantal wetenschappelijke onderzoeken naar de relatie tussen eenzaamheid en gezondheid. Zij bekeken 100 studies die over dit onderwerp gingen en kwamen tot een aantal verrassende conclusies. Eén onderzoek toonde bijvoorbeeld aan dat mensen die eenzaam zijn, twee keer zoveel kans lopen op depressie als mensen die dat niet zijn. Volgens de auteurs vertonen ‘mensen die zeggen chronisch eenzaam te zijn langdurige gevolgen die geassocieerd worden met (onder andere) het metabolisme, de hormoonhuishouding en het immuniteitssystemen van het lichaam, een verhoogde bloeddruk, vroeg oud worden (…) en (zelfs) de ontwikkeling van de ziekte van Alzheimer.’ Eenzaamheid is een zelfversterkende factor: eenzame mensen ‘zien interpersoonlijke relaties als een bedreiging (…) met als gevolg dat ze sociale partners vermijden.’ De keerzijde van het Westerse ideaal van vrijgevochten individualisme is dat ongeveer 30% van de mensen in geïndustrialiseerde landen zich eenzaam voelt. Het artikel haalt een andere overzichtsstudie aan waaruit bleek dat mensen die eenzaam zijn 29% meer kans hebben op een hartziekte en 32% meer kans op een herseninfarct.
Waar al deze onderzoeken het over eens zijn, is dat er een sterk verband is tussen rouw en eenzaamheid en tussen eenzaamheid en geestelijke en lichamelijke gezondheidsklachten. Een samenleving die te weinig aandacht schenkt aan rouw, loopt het risico om ergens in de komende 50 jaar de rekening gepresenteerd te krijgen in de vorm van een gezondheidsprobleem. En is de Nederlandse gezondheidszorg daar klaar voor? Nee, is het antwoord. Denken dat het allemaal wel mee zal vallen, is de kop in het zand steken. Het is dus de hoogste tijd om rouw écht serieus te nemen. We hebben met z’n allen de taak om er – preventief – voor te zorgen dat straks zo min mogelijk rouwenden een beroep op de zorg hoeven te doen.
“Zelf aan de slag om rouw te normaliseren in de samenleving vraagt te veel van de Nederlandse burger”
De rehabilitatie van rouw
‘Hoe kunnen we beter samenleven met de dood?’, vraagt de RVS zich in haar eerdergenoemde rapport ‘Stervelingen’ af. In het voorwoord geeft Jet Bussemaker, voorzitter van de RVS, aan daar geen helder plan voor te hebben: “We betogen dat met name de samenleving aan zet is als het gaat om beter samenleven met de dood. Verwacht dus geen concrete beleidsaanbevelingen in dit document, we hebben het niet voor niets een ‘inspiratieadvies’ genoemd.”
Zelf aan de slag om rouw te normaliseren in de samenleving vraagt te veel van de Nederlandse burger. De angst voor de dood en het ongemak rondom rouw zit te diep om dit zelf onder ogen te kunnen zien en op te lossen. Daar hebben we hulp bij nodig. Met het wegvallen van traditionele structuren als religie, parochie en dorpsgemeenschap en de toegenomen individualisering zijn er doelgerichte, centraal georganiseerde initiatieven nodig die deze leemtes opvullen.
Met het oog op de hierboven geschetste problematiek, die veel verder ingrijpt in het maatschappelijke leven dan het eigen vermogen om over angsten en ongemak heen te stappen, vraagt dit ook om concrete richtlijnen en gerichte acties vanuit betrokken beleidsmakers die inzien dat rouw niet langer een ondergeschoven kind in de samenleving zou moeten zijn.
Wat kunnen we dan concreet doen? We zetten alvast wat ideeën onder elkaar:
- Als een vervolg op Actie Programma Eén Tegen Eenzaamheid zou de overheid geld beschikbaar kunnen stellen om een van de belangrijkste oorzaken van eenzaamheid gericht aan te pakken en rouw in onze samenleving te normaliseren.
- De overheid zou in de Coalitie Tegen Eenzaamheid rouw tot een belangrijk aandachtspunt kunnen maken.
- Bij de maatschappelijke aanpak naar meer preventieve en digitale zorg zou ook rouw meer aandacht moeten krijgen, net als er nu vanuit de overheid meer aandacht is voor de structurele organisatie van de palliatieve zorg. Er zal ingezet moeten worden op maatschappelijke bewustwording, goede informatievoorziening en voorlichting via lokale, regionale en landelijke initiatieven.
- Er mag meer onderzoek gedaan worden naar rouw in Nederland. Dit artikel heeft dankbaar gebruikgemaakt van het werk van Nederlandse onderzoekers, maar er is meer onderzoek nodig om de specifieke relatie tussen rouw, informatiebehoefte, eenzaamheid, gezondheidszorg en demografische ontwikkelingen in Nederland in kaart te brengen en gericht aan te pakken.
- De overheid zou gelet op de huidige en toekomstige noden maatschappelijke organisaties financieel kunnen versterken die zich met rouwbegeleiding bezighouden en die het onderwerp op dit moment al bespreekbaar maken.
- Er gebeurt pas écht wat als wij ook zelf bewust worden van het ongemak rondom rouw. We kunnen zelf ook het goede voorbeeld geven door rouw in onze naaste omgeving beter bespreekbaar te maken.