Rouwbegeleiding moet in Nederland beter georganiseerd worden
Waar hebben rouwprofessionals in Nederland eigenlijk behoefte aan? We vroegen het aan de experts zelf en kregen meer dan 45 reacties. Eén ding is duidelijk: de meeste rouwprofessionals hebben dezelfde missie, namelijk de beste rouwondersteuning bieden. En om daar meer gezamenlijke slagkracht in te krijgen, moet er volgens hen nog wel wat gebeuren.
Staat rouw hoger op de agenda?
De meningen zijn verdeeld over of rouw nu daadwerkelijk hoger op de maatschappelijke agenda is komen te staan. Er is volgens de professionals in de media meer aandacht voor onderwerpen als eenzaamheid, rouw op het werk, palliatieve ondersteuning en vrijwillig levenseinde, levend verlies en rouw op school. “Maar”, zegt iemand, “het lijkt nog niet te lukken om overal daadwerkelijk stappen in te maken”. Dat komt, denken velen, omdat rouw in de samenleving nog steeds moeilijk bespreekbaar is. Er rust ondanks de groeiende aandacht voor rouw en verlies nog steeds een taboe op en mensen vinden het nog altijd lastig om hulp te zoeken en te vinden. Bovendien ontbreekt bij de gemiddelde Nederlander de kennis over rouw. Daar valt nog een grote slag te maken, maar dit heeft tijd nodig.
Steeds meer rouwprofessionals
Verschillende respondenten signaleren dat het aantal deskundigen dat werkzaam is op het gebied van rouw en verlies flink is toegenomen. Sommigen spreken daarover hun bezorgdheid uit, want volgens hen neemt daarmee ook de goedbedoelde hulp door niet officieel gekwalificeerde mensen toe. Maar is een officiële kwalificatie altijd garantie voor goede hulpverlening? Hoe scheid je het kaf van het koren? “Er zijn veel kwakzalvers en zweefteven bij gekomen”, zegt iemand stellig. Een ander vindt het een zorgelijke ontwikkeling dat er steeds meer korte trainingen worden aangeboden om als rouwcoach aan de slag te kunnen gaan. Dit komt zowel de kwaliteit van de aangeboden ondersteuning, als ook de duidelijkheid waar je als rouwende terechtkunt voor hulp niet ten goede, waarschuwen sommige respondenten. Duidelijk is in elk geval dat op dit vlak betere regulering nodig is.
Weinig kennis van de mogelijkheden
Er is niet alleen te weinig kennis over de mogelijkheden van (professionele) rouwbegeleiding bij de gemiddelde Nederlander, maar ook bij veel zorgprofessionals, vinden enkele respondenten. Bij hen leeft de wens om als beroepsgroep beter te kunnen samenwerken met de reguliere en complementaire zorgsector. Bijvoorbeeld met beroepsverenigingen die zich al hard maken voor erkenning van rouwbegeleiding. Met deskundigen om “de GGZ-wereld te normaliseren”, of door het opzetten van netwerken “met oog voor huidige verhoudingen”, want, vindt een professional, “respecteer de positie van professionele verlies- en rouwtherapeuten die bijvoorbeeld al aangesloten zijn bij een beroepsvereniging.“
Rouwbegeleiding moet in Nederland beter georganiseerd worden
60% van de respondenten vindt dat rouwbegeleiding in Nederland beter georganiseerd moet worden. De overige 40% heeft hier geen mening over. De belangrijkste punten die zij noemen zijn:
De rouwprofessional moet beter geïntegreerd worden in de processen op de werkvloer
Te denken valt bijvoorbeeld aan meer bekendheid van rouwprofessionals bij werkgevers, betere CAO-regelingen en het (mee)ontwikkelen van rouwprotocollen voor werkgevers. Een bedrijf zou standaard een rouwbegeleider of -therapeut in dienst moeten hebben (of naar moeten kunnen doorverwijzen).
Rouwondersteuning moet een geïntegreerd, meer laagdrempelig en preventief onderdeel worden van het huidige zorgsysteem
Er moet in de reguliere zorg meer oog komen voor de mogelijkheid van doorverwijzing naar complementaire therapie. Structurele doorverwijzing naar de tweedelijns zorg zorgt niet alleen voor een verdergaande medicalisering van rouw, maar ook voor langere wachtlijsten bij tweedelijns zorginstanties. Rouwondersteuning zou gezien moeten worden als basiszorg en zou moeten worden vergoed door de verzekering.
Er moeten netwerkorganisaties worden opgezet die rouwbegeleiding professionaliseren
Een netwerkorganisatie waar rouwprofessionals zich bij aan kunnen sluiten en die zorgt voor meer bekendheid en zichtbaarheid van het ondersteuningsaanbod is een wens van meerdere respondenten. Zo kunnen rouwprofessionals regionaal bij elkaar komen, samenwerking zoeken met andere zorgprofessionals en is er minder versnippering in kennis en kunde. Volgens een respondent “lijkt er nu namelijk vaak op dat velen van ons het wiel uit willen vinden.”
Rouw en dood moet beter geïntegreerd worden in het maatschappelijke leven
Hoe? Volgens enkele respondenten kun je dit al oppakken door laagdrempelig en dichtbij huis bijeenkomsten te organiseren in een buurthuis en niet alleen als POH-GGZ, GGZ of maatschappelijk werk die ‘zorg’ oppakken. Bovendien zouden we moeten zorgen voor standaard lespakketten op basisscholen en daarop voortborduren in het voortgezet onderwijs.
Wat kan de Vereniging leven met dood voor rouwprofessionals betekenen?
De meeste respondenten zien voor de Vereniging een informerende rol weggelegd. Bijvoorbeeld als landelijke vereniging zorgen voor meer bekendheid van rouwprofessionals in Nederland. Een goede profilering van de professionals en het genereren van meer publiciteit is daarbij een wens, waarbij kwaliteitswaarborg niet wordt vergeten.
Ook het faciliteren van bijeenkomsten en middelen ter bevordering van onderling contact en deskundigheidsbevordering wordt meerdere keren genoemd: een plek om regelmatig te sparren, samen te komen en tips, kennis en expertise te delen, bijvoorbeeld via een groep op LinkedIn, appgroepen, via een online platform of een forum waar je vragen kunt stellen over specifieke uitdagingen in de begeleiding of waar je naar door kunt verwijzen. Maar ook collegiale toetsing en eventueel samen onderzoek doen wordt geopperd.
Ook in het delen van kennis, zowel online als offline, kan de Vereniging een rol spelen: onderzoek doen en bestaand wetenschappelijk onderzoek vertalen naar leesbare informatie, het publiceren en delen van goede (vakinhoudelijke) artikelen, het signaleren van trends, de nieuwste methodieken en actuele thematiek, organisatie van netwerkevents, congressen en bijeenkomsten voor kennisdeling, om – als overkoepelend doel – door samenwerking bij te dragen aan de normalisering van rouw in de Nederlandse samenleving. Want, zo concludeert een respondent: “Een rouwcultuur veranderen kunnen en moeten we samen doen. Rouw is geen ziekte, het is onderdeel van het leven”.