Waarom rouw zoveel impact heeft
Rouw is veel meer dan het voelen van verdriet. Het is ook van invloed op je hele lichaam: van je hartslag tot je immuunsysteem en van je geheugen tot je concentratievermogen. Wetenschappelijk onderzoek naar psychosomatische klachten laat zien dat het verlies van een dierbare diepe sporen na kan laten, niet alleen op je geestelijke, maar ook op je lichamelijke gezondheid. Dit artikel is een samenvatting van de wetenschappelijke publicatie van psycholoog Mary-Frances O’Connor op de website van PubMed Central. Hierin lees je hoe lichaam en geest functioneren tijdens rouw en hoe het komt dat sommige mensen langdurig vastlopen in hun verlies.
Onderzoek naar lichamelijke impact van rouw
Steeds meer onderzoekers uit verschillende wetenschappelijke hoeken, waaronder psychologie, geneeskunde, immunologie en neurowetenschappen, bestuderen hoe mensen zich geestelijk en lichamelijk aanpassen aan verlies. De studie naar rouw begon al in de jaren veertig van de vorige eeuw. Psychiater Erich Lindemann onderzocht nabestaanden van de Cocoanut Grove-brand in Boston waarbij 492 mensen om het leven kwamen. Hij beschreef voor het eerst hoe mensen geestelijk én lichamelijk reageren op verlies. Sindsdien is het onderzoek naar de lichamelijke impact van verlies flink uitgebreid.
Waarom we niet allemaal hetzelfde rouwen
De psycholoog George Bonanno ontdekte dat hoewel mensen op verschillende manieren rouwen, de meesten verrassend veerkrachtig zijn. Ongeveer zestig procent van de mensen die een rouwproces doormaken heeft zes maanden na het verlies geen depressieve klachten of moeite met het oppakken van het dagelijkse leven, ondanks de heftige periode die ze hebben ervaren. Dit inzicht leidde tot het duale procesmodel van de Nederlandse onderzoekers Stroebe en Schut, dat laat zien dat mensen voortdurend heen en weer bewegen tussen aandacht voor het verlies (bijvoorbeeld gemis en verdriet) en aandacht voor herstel (zoals nieuwe rollen oppakken of weer genieten van de dagelijkse dingen). Deze natuurlijke schommeling helpt op een gezonde manier met rouw om te gaan.
Wat als rouw uit de hand loopt?
Toch is er ook een kleinere groep mensen bij wie het rouwproces stagneert. Sinds de jaren negentig spreken we van gecompliceerde rouw. Hierdoor blijf je langdurig last houden van intense gevoelens zoals gemis, boosheid, schuld of het gevoel een deel van jezelf kwijt te zijn. Sinds kort is gecompliceerde rouw ook als rouwstoornis opgenomen in officiële medische handboeken zoals de DSM-5 en de ICD-11. Omdat deze diagnose relatief nieuw is, zijn oudere onderzoeken vaak moeilijk te vergelijken met nieuwere studies. Vroeger werd rouw gezien als één geheel, terwijl we nu onderscheid maken tussen ‘normale’ en ‘gecompliceerde’ rouw. Dat maakt het onderzoek complex, maar ook belangrijker dan ooit.
Wat doet rouw met je lichaam?
Onderzoek laat zien dat mensen in de eerste maanden na een verlies een verhoogd risico hebben op ziekte of zelfs op overlijden. Dit wordt ook wel het gebroken-hart-effect genoemd. Niet alleen het verlies van een partner, maar ook dat van een ouder, kind of ander geliefd persoon kan dit effect veroorzaken. Wat kan er in je lichaam gebeuren bij rouw?
Hart en bloeddruk
In de eerste dagen en weken na het verlies kunnen je hartslag en bloeddruk stijgen. Dat komt doordat je lichaam in een soort stressmodus terechtkomt. Ook is het risico op hartproblemen, zoals een hartinfarct, tijdelijk flink verhoogd, vooral als je het verlies als zeer ingrijpend hebt ervaren.
Hormonen en afweer
Ook hormonen spelen een rol. Het stresshormoon cortisol stijgt vaak in periodes van rouw. Bij mensen met langdurige of gecompliceerde rouw blijft dat verhoogd, wat een negatief effect heeft op het immuunsysteem. Je lichaam wordt dan vatbaarder voor ziektes. Zo zijn bij rouwende mensen vaker ontstekingswaarden verhoogd, zoals interleukine-6 (IL-6), een eiwit dat in verband wordt gebracht met chronische ontsteking. Daarnaast blijkt dat je lichaam minder goed reageert op vaccinaties en dat afweercellen minder actief zijn, vooral wanneer je je emoties onderdrukt of wanneer je moeite hebt met loslaten.
Hoe denken en voelen je herstel kunnen beïnvloeden
Niet alleen je lichaam, maar ook je gedachten en gedrag hebben invloed op hoe je door je rouwperiode komt. Onderzoekers ontdekten dat mensen die blijven piekeren over het verlies – ook wel rouw-ruminatie genoemd – vaker last hebben van depressie en gecompliceerde rouw. Deze gedachten draaien vaak om schuldvragen of ‘wat als’-scenario’s, zoals: “Had ik het kunnen voorkomen?”
Maar ook vermijding van verdriet kan nadelig zijn. Op korte termijn lijkt het misschien een goede strategie, maar op langere termijn kan het ervoor zorgen dat het verdriet zich opstapelt en juist heftiger wordt. Mensen die veel vermijden, zijn ook lichamelijk vaak gespannener en zijn minder goed in staat om te herstellen.
Wat laat de hersenscan zien?
Nieuw onderzoek met behulp van hersenscans geeft meer inzicht in hoe rouw werkt in het brein. Als mensen foto’s of woorden zien die hen herinneren aan hun overleden dierbare, worden hersengebieden geactiveerd die te maken hebben met emotie, geheugen, sociale verbondenheid en verlangen. Bij mensen met gecompliceerde rouw blijft een specifiek hersengebied, de nucleus accumbens, sterk reageren. Dit gebied speelt een rol in verlangen en beloning, en zou het blijvende verlangen naar de overledene kunnen verklaren. Ook blijkt dat mensen met gecompliceerde rouw vaak minder hersenactiviteit laten zien in gebieden die helpen bij het reguleren van emoties. Dat kan verklaren waarom het verwerken van verlies bij hen moeizamer verloopt.
Conclusie: je rouwt met je hele lichaam
Rouw is een ingrijpende, vaak langdurige ervaring die je hele mens-zijn raakt. De meeste mensen herstellen veerkrachtig, maar bij een deel van de rouwenden ontstaan ook lichamelijke klachten. Dankzij onderzoek weten we nu beter wat gezonde en ongezonde rouwreacties zijn. Dat helpt niet alleen in de zorg, maar ook in hoe we als samenleving naar verlies kijken. Wie rouwt, verdient ruimte, erkenning én steun, zowel lichamelijk als geestelijk.