“Nog maar 18 jaar te gaan”
Op de dag dat Paul van Vliet overleed bleef mijn man nog even beneden zitten terwijl ik al in bed lag. Ik stond op het punt om in slaap te vallen toen hij naast me kwam liggen. Het was nog geen middernacht, de volgende dag zou hij 69 worden. Ik zei slaapdronken ‘welterusten’, maar mijn man moest nog wat van het hart.
‘Wist je dat Paul van Vliet is overleden?’ vroeg hij, half verschrikt. ‘Hij is 87 jaar geworden. Dat is een mooie leeftijd. Maar dan heb ik nog maar 18 jaar.’ Ik mompelde terwijl ik me omdraaide: ‘Dat betekent dus ook dat je het nog 18 jaar met mij moet uithouden.’ Daarna viel ik in slaap.
Midden in de nacht lag ik klaarwakker, het gesprek nog in mijn hoofd. Nog maar 18 jaar, als we geluk hebben… Dat vliegt voorbij! We zijn alweer 35 geweldige jaren samen, met twee prachtige en inmiddels volwassen kinderen en de vele ervaringen die wij hebben mogen opdoen. Ook die tijd is voorbijgevlogen.
Hebben we dan nog maar 18 jaar tot de dood ons scheidt? Een macabere gedachte. Of juist niet? Ik was mij, midden in de nacht, alleen op de bank in de woonkamer, opeens heel bewust van de tijd die achter ons lag en die we misschien nog mogen ervaren. Ik voelde een intense dankbaarheid. Mijn schrik sloeg om in blijdschap. Nog 18 jaar? Dat zou fantastisch zijn!
De volgende ochtend feliciteerde ik samen met onze dochter mijn man tijdens een feestelijk ontbijt. Ik vertelde over het gesprek en mijn nachtelijke overpeinzingen.
Mijn dochter begon spontaan te huilen. Ze riep snikkend: ‘Ik hou zoveel van jullie! Daarom kom ik ook nog zo vaak thuis!’ Ik weet niet of de gedachte aan ‘nog maar’ 18 jaar of aan ‘nog eens’ 18 jaar haar zo emotioneerde. Maar het was een prachtig verjaardagscadeau voor de 69e verjaardag van mijn man.